woensdag 12 januari 2011

Later als ik groot ben, word ik schrijfster...


“Hey Mich, ik wil graag dat jij dat boek voor me schrijft.” En dan ineens sta je voor de keuze. Doorgaan met solliciteren naar een baan als loonslaaf of met bibberende knieën vanaf de springplank de duik nemen in de richting van het freelance bestaan? Als overtuigde aanhanger van de theorie dat de kosmos je met een reden op een kruispunt zet, kon ik niet anders dan toegeven dat  een kans als deze maar zelden op je pad komt. Maar freelancen doe je niet zomaar ‘effe’ en ik realiseerde mij terdege dat het leven als ZZP-er niet zuiver en alleen gesteund kan worden op leuk kunnen schrijven.
Blijkbaar vond mijn omgeving mijn aarzeling volstrekt belachelijk. Zij wisten het natuurlijk allemaal beter dan ik. Ik kreeg bijna mijn liefs betweterige wijsvingertje in mijn ogen, die al jarenlang beweerde dat ik professioneel moest gaan schrijven, omdat dát mijn droom was. Toegegeven, daar had hij allang gelijk in, maar soms duurt het even voor mij om dat in te zien.
Dus nu is de knoop doorgehakt. Ineens ga ik zelfstandig ondernemen. Geen baas die me vertelt wat ik moet doen, geen saaie, standaard werkweek, geen strubbelingen met collega’s en een veel aantrekkelijker uurloon. Daarentegen vergt het een flinke dosis zelfdiscipline (in the pocket), het inleveren van mijn weekend (hmmm…), het plegen van acquisitie (help!), dure verzekeringen (zucht) en een spontaan ontwikkelde vaardigheid in boekhouden – wat voor een economische nitwit als ik niet vanzelfsprekend is.
Gelukkig hoef ik het wiel niet zelf uit te vinden. Het UWV biedt naar eigen zeggen een steuntje in de rug. Vol hoge verwachtingen bezocht ik dus gisteren hun “Workshop Zelfstandigen”, in de veronderstelling dat een of andere management goeroe zijn ultieme wijsheden met de groep ondernemers-in-de-dop  zou delen. Daar kwam ik toch even bedrogen uit! Inhoudelijk gezien had het hele seminarium niets te maken met zelfstandig ondernemen zelf, maar werd er in een klein uurtje doorgenomen welke regeltjes en verplichtingen er gelden voor het starten vanuit een uitkering. Een voorbeeld van de logica der UWV; Tijdens de eerste zes weken – de ‘onderzoeksperiode’ – mag je geen website online hebben (acquisitie is niet toegestaan), heb je geen sollicitatieplicht (fijn), maar ben je verplicht om een baan aan te nemen, indien aangeboden (hè??).  Schiet mij maar lek.
Gelukkig heb ik nog altijd een redelijk hoge pet op van de kamer van koophandel, waar ik aanstaande maandagavond een seminarium “starten met de KVK en belastingdienst” zal bijwonen, want na het lachwekkende debacle van gisteren, zou ik bijna argwanend worden ten aanzien van instanties die startende ondernemers op weg willen helpen. Maar we blijven gewoon optimistisch uiteraard.
Het traject van het idee naar het daadwerkelijk beginnen, is spannend. Door het schrijven van een ondernemingsplan moet ik goed nadenken over alle facetten van het runnen van mijn eenmanszaak. Waar sta ik voor? Wat is mijn missie? Wat zijn mijn kernwaardes? Mijn alwetende omgeving zal het allemaal worst wezen, maar voor mij zijn het reuze interessante discussiepunten. Het maakt mijn eerste project in ieder geval nog levendiger; de geschiedenis van een familiebedrijf vertellen in boekvorm, betekent onderzoeken wat de oprichter indertijd heeft bewogen om als ondernemer aan de slag te gaan. Ik zie een stukje ‘common ground’, zoals de Engelsen het zeggen. Leuk schrijven is één, maar het eigen kunnen maken van een verhaal, betekent betrokken zijn. “Ja Mich, ga ik doen!”